identiteitscontrole

  • iden·ti·teits·con·tro·le
enkelvoud meervoud
naamwoord identiteitscontrole identiteitscontroles
verkleinwoord

deidentiteitscontrolev/m

  1. (juridisch) het nagaan wie iemand in juridische zin is; het vaststellen van de identiteit van een persoon
     In de auto zaten een 32-jarige vrouw en een 41 jarige-man met vijf kinderen in de leeftijd van 4 tot 10 jaar. Bij een identiteitscontrole bleek dat het gezin uitgeprocedeerd was in Denemarken. De bestuurder van de bus zegt dat hij de inzittenden in Duitsland heeft opgehaald en wilde meenemen naar België.[1]
     Stadsmarinier Dela Haye beschrijft hoe de identiteitscontrole omzeild wordt. "We hebben een kantoor opgerold waar we 18 paspoorten aantroffen en waarvan de eigenaar verklaarde dat al die mensen hun paspoort hadden vergeten onder het kopieerapparaat. Dat vonden we niet erg geloofwaardig."[2]
     Identiteitscontrole alleen met reden: De politie mag alleen uw identificatiebewijs vragen als daar een goede reden voor is. Dat is het geval als de politie redelijkerwijs uw identiteit nodig heeft om haar taak uit te voeren. Bijvoorbeeld als u strafbare feiten pleegt of betrokken bent bij een verkeersongeluk. Toezichthouders hebben dezelfde bevoegdheden als de politie om naar het identiteitsbewijs te vragen.[3]
  1. Bronlink geraadpleegd op 10 januari 2025 Weblink bron “Belgische man aangehouden bij Nederlandse grens voor mensensmokkel” (dinsdag 13 februari 2018, 16:54), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 10 januari 2025 Weblink bron “In gevecht tegen zwart geld: landelijke invallen bij geldkantoren” (dinsdag 24 oktober 2017, 11:08), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 10 januari 2025 Weblink bron “Wie mag vragen naar mijn identiteitsbewijs en wanneer?”, rijksoverheid