• hy·po·chon·drisch
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen hypochondrisch hypochondrischer
verbogen hypochondrische hypochondrischere
partitief hypochondrisch hypochondrischers -

hypochondrisch [1]

  1. passend bij iemand die snel denkt ziek te zijn
    • ‘Ik ben opgegroeid met cultuur en wetenschap, met het fysieke waren mijn ouders niet zo bezig. Maar als je alleen je geest voedt dan zit je gevangen in dat lijf en word je hypochondrisch. Je moet ook je lichaam onderhouden. Pas als je de mechaniek van je lichaam en die van je geest goed smeert, kan je gemoedsrust vinden. Ik fiets heel veel, daar word ik gelukkig van en het is nog gezond ook. Vooral ’s morgens bij zonsopkomst, dat is het uur van de vogels, de konijnen, de hazen, ongelooflijk welke dieren je dan allemaal te zien krijgt.’ [2] 
  2. passend bij iemand die heel snel bang is
    • De witte jas zal zo het imago krijgen als handlanger te opereren van het blauw op straat. Patiënten die hypochondrisch of paranoïde zijn aangelegd, of misschien een gering vergrijp op de kerfstok hebben, zullen het dokter- en psychiaterbezoek gaan vermijden. [3] 
    • Men is blijkbaar doodsbang voor nieuwe mensen met nieuwe ideeën, die de opgetuigde baantjes- en subsidie-circuits willen openbreken en beter bestuur willen voor Amsterdam. Nu is er weer vergezochte ophef over een zogenaamd ’racistische’ uitspraak van onze Nr. 2 Yernaz Ramautarsing - reden voor veel hypochondrisch gekrijs over coalitievorming, terwijl de kiezer nog niet heeft gesproken en de campagne amper is begonnen. [4] 
96 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[5]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. De Standaard DE LEVENSLESSEN VAN... 3 JULI 2018
  3. NRC Christiaan Weijts 17 augustus 2016 Zwijgen is goud, ook voor psychiaters
  4. De Telegraaf 02 feb. 2018 Links sluit Forum voor Democratie in Amsterdam uit
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be