Hyacint orientalis
  • hy·a·cint
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘bolplant’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1608 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord hyacint hyacinten
verkleinwoord hyacintje hyacintjes

hyacint

  1. o (geen mv.) doorzichtig, bruinrood zirkoon
  2. m stuk doorzichtig, bruinrood zirkoon
  3. v m (plantkunde) een geslacht van bolgewassen met gekleurde, geurige trosbloemen, Hyacinthus  
  4. v m (plantkunde) een bepaalde soort plant Hyacinthus orientalis  
97 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[2]