hyacint
- hy·a·cint
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘bolplant’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1608 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hyacint | hyacinten |
verkleinwoord | hyacintje | hyacintjes |
hyacint
- o (geen mv.) doorzichtig, bruinrood zirkoon
- m stuk doorzichtig, bruinrood zirkoon
- v m (plantkunde) een geslacht van bolgewassen met gekleurde, geurige trosbloemen, Hyacinthus
- v m (plantkunde) een bepaalde soort plant Hyacinthus orientalis
1-2 zie zirkoon
- Het woord hyacint staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hyacint" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "hyacint" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be