Nederlands

Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • hulst·vlieg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hulstvlieg hulstvliegen
verkleinwoord hulstvliegje hulstvliegjes

Zelfstandig naamwoord

de hulstvliegv / m

  1. (tweevleugeligen) Phytomyza ilicis   een vliegensoort uit de familie van de mineervliegen (Agromyzidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1846 door Curtis
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie