hulpplan
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hulp·plan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hulpplan | hulpplannen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het hulpplan o
- een plan om iets voor elkaar te krijgen met hulp en ondersteuning
- Het hulpplan moet de gevolgen van de coronacrisis bestrijden.