Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ho·tel·we·zen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hotelwezen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het hotelwezeno

  1. alles wat te maken heeft met het bedrijf van hotels in een land of gebied
    • Welke onafhankelijke organisatie controleert hygiëne in hotelwezen? 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid