hotelwezen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hotelwezen (hulp, bestand)
- IPA: /hoˈtɛl.wezə(n)/
Woordafbreking
- ho·tel·we·zen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hotel en wezen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hotelwezen | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het hotelwezen o
- alles wat te maken heeft met het bedrijf van hotels in een land of gebied
- Welke onafhankelijke organisatie controleert hygiëne in hotelwezen?
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. alles wat te maken heeft met het bedrijf van hotels in een land of gebied
Gangbaarheid
- Het woord hotelwezen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.