hotelcomplex
- ho·tel·com·plex
- samenstelling van hotel en complex
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hotelcomplex | hotelcomplexen |
verkleinwoord | hotelcomplexje | hotelcomplexjes |
het hotelcomplex o
- (bouwkunde)(toerisme) een overnachtingsplaats voor toeristen met al zijn bijgebouwen.
- Aan de Turkse rivièra staan zeer veel hotelcomplexen.
- Het woord hotelcomplex staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.