hos
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hos
Werkwoord
vervoeging van |
---|
hossen |
hos
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hossen
- Ik hos.
- gebiedende wijs van hossen
- Hos!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hossen
- Hos je?
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- hos
Woordherkomst en -opbouw
- Verwant met til hus (parallelle vorm)
Naar frequentie | 250 |
---|
Voorzetsel
hos
- bij (iemand)
- (verschil) tussen
- «Enorm prisforskjell hos tannlegene i Norge»
- Enorm prijsverschil tussen de tandartsen in Noorwegen
- «Enorm prisforskjell hos tannlegene i Norge»
Nynorsk
Uitspraak
Woordafbreking
- hos
Woordherkomst en -opbouw
- Verwant met til hus (parallelle vorm)
Voorzetsel
hos
- bij (iemand)
- (verschil) tussen
Zweeds
Uitspraak
Woordafbreking
- hos
Voorzetsel
hos
- bij (iemand)