vervoeging van
horripilar

horripilaba

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van horripilar
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van horripilar
vervoeging van
horripilarse

horripilaba

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van horripilarse
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van horripilarse