Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ho·re·ca·wet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord horecawet horecawetten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de horecawetv / m

  1. (juridisch) wetgeving die regelt aan welke eisen hotels, restaurants en cafees moeten voldoen
    • Als er een nieuwe uitbater wordt gevonden, betekent dat niet dat er gelijk weer drank wordt geschonken, zegt de gemeentewoordvoerder. "Die moet dan eerst opnieuw worden aangevraagd." Cafébaas Dakhouka laat het niet zitten bij de gedwongen sluiting. Hij herkent zich niet in de klachten en zegt de drank- en horecawet na te leven.. [1] 
    • De afgelopen jaren richt de overheid zich op het tegengaan of sluiten van clubhuizen van de Hells Angels, Satudarah of No Surrender. Gemeenten doen met succes een beroep op de Horecawet of het bestemmingsplan om een motorhonk te weren. [2] 
    • Andere zaken waar de boa's dit jaar specifiek op hebben gelet zijn de vervuiling door hondenpoep en de aanlijnplicht, afvalgerelateerde zaken, de naleving van de drank- en horecawet en de toezicht bij evenementen. [3] 

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen