hoorndol
- hoorn·dol
stellend | |
---|---|
onverbogen | hoorndol |
verbogen | hoorndolle |
partitief | hoorndols |
hoorndol [3]
- woedend
- Politici die na ontslag thuis op de bank zitten met wachtgeld, maken kiezers hoorndol. Beter om het afbreukrisico van politici te compenseren met een regeling voor terugkeer naar de oude werkgever. Stel een ‘burgerschapsverlof’ in, betoogt hoogleraar bestuurskunde Mark Bovens. [4]
- helemaal gek door verwarring
- razend, woedend, geïrriteerd, laaiend,
- stapelgek, geschift, getikt, kierewiet, knetter, knots, tureluurs, gek
2. helemaal gek door verwarring
- Het woord hoorndol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hoorndol" herkend door:
70 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[7] |
- ↑ "hoorndol" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ hoorndol op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC 1 juli 2015
- ↑ Volkskrant JET BRUINSMA EN CARLIJNE VOS 7 april 2012
- ↑ Golding, WilliamDe heer der vliegen vertaald door Harm Damsma en Niek Miedema 2011 ISBN 978-90-5965-388-7 pagina 111
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be