• hoog·wa·ter·stand
enkelvoud meervoud
naamwoord hoogwaterstand hoogwaterstanden
verkleinwoord

de hoogwaterstandm [1]

  1. de stand van het water bij vloed
  2. de stand van het water als er sprake is van extreem afvloed van rivierwater
     Het ziekenhuis VieCuri in Venlo wordt ontruimd vanwege de hoogwaterstand in de Maas. Het waterschap vreest dat het ziekenhuis onderloopt wanneer de waterkering het hoge water toch niet aan kan.[2]
     Dat een hoogwaterstand ons op weinig plekken natte voeten oplevert, is niet vanzelfsprekend. Toen in de jaren 90 mensen in de Betuwe massaal moesten evacueren wegens het hoge waterpeil, zei de regering: dit nooit meer. Het project Ruimte voor de Rivier werd in het leven geroepen om te voorkomen dat land achter de dijken nog een keer overstroomt.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Evacuatie van ziekenhuis in Venlo: 'Voor ons is dit het ergste wat kan gebeuren'” (vrijdag 16 juli 2021, 15:54), NOS
  3.   Weblink bron “Nederland blijft gewoon droog: 'Hebben we mooi voor elkaar'” (woensdag 10 januari 2018, 17:44), NOS