honkbalt
- honk·balt
vervoeging van |
---|
honkballen |
honkbalt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van honkballen
- Jij honkbalt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van honkballen
- Hij honkbalt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van honkballen
- Honkbalt!
- Het woord honkbalt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.