hokkig
- hok·kig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | hokkig | hokkiger | hokkigst |
verbogen | hokkige | hokkigere | hokkigste |
partitief | hokkigs | hokkigers | - |
hokkig
- klein en benauwd
- ▸ Meer dan twintig huizen bezochten we, maar dat droomhuis zat er niet tussen. Te hokkig, aan een te drukke weg, te weinig daglicht, te weinig tuin, te dicht op andere huizen, te weinig parkeerplek in de straat… De reden om een huis niet te kopen was steeds terug te voeren op één ding: ruimte.[1]
- Het woord hokkig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hokkig" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
51 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Weblink bron RIANNE SEPERS“ (28 mei 2017), De Telegraaf
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be