hogesnelheidsverbinding

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ho·ge·snel·heids·ver·bin·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hogesnelheidsverbinding hogesnelheidsverbindingen
verkleinwoord hogesnelheidsverbindinkje hogesnelheidsverbindinkjes

Zelfstandig naamwoord

de hogesnelheidsverbindingv

  1. (spoorwegen) een verbinding door middel van een hogesnelheidstrein
    • Via de hogesnelheidsverbinding kwam de trein stipt op tijd aan. 

Gangbaarheid