hoenderei
- hoen·der·ei
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoenderei | hoendereieren |
verkleinwoord |
het hoenderei o
- (voeding) ei van een hoen
- Borstius was zelf ook ervaringsdeskundige, aldus Verhoeve. Vanaf zijn jeugd had hij veel last van kwalen. Hij overleefde ternauwernood een aantasting door het pestvirus, dat toen rondwaarde. Gedurende zijn hele leven leed hij hevige pijnen. Uit sectie op zijn lichaam na zijn dood bleek dat hij een niersteen had die zo groot was als een „hoenderei.” [2]
- Het woord hoenderei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hoenderei" herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
75 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Reformatorisch Dagblad 15-12-2008 Genezing van de dodelijke kwaal
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be