hinnikte
- hin·nik·te
vervoeging van |
---|
hinniken |
hinnikte
- enkelvoud verleden tijd van hinniken
- Ik hinnikte.
- Jij hinnikte.
- Hij, zij, het hinnikte.
- Ik hinnikte.
- Het woord hinnikte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.