hijzelf
- hij·zelf
- samenstelling van hij en zelf
hijzelf
- versterkte/benadrukte vorm van hij
- Hijzelf kon niet komen.
- ▸ Niemand had iets verkeerds gedaan, althans niets aantoonbaar verkeerds, hijzelf niet en niemand anders.[1]
- Het woord hijzelf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hijzelf" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be