hic
Frans
Uitspraak
Zelfstandig naamwoord
hic m
- (spreektaal) kneep, moeilijkheid
- «C'est là le hic, je te dis.»
- Daar zit hem de kneep, zeg ik je. [1]
- «C'est là le hic, je te dis.»
Tussenwerpsel
hic
- (spreektaal) hik! [1]
Verwijzingen
Latijn
Bijwoord
hic
Aanwijzend voornaamwoord
hic m
Verbuiging
Tsjechisch
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Duitse woord Hitze.