hiërarchisch
- hi·ë·rar·chisch
- afgeleid van hiërarchie met het achtervoegsel -isch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | hiërarchisch | hiërarchischer | |
verbogen | hiërarchische | hiërarchischere | |
partitief | hiërarchisch | hiërarchischers | - |
hiërarchisch
- van of volgens de opeenvolging van rangen
1. van of volgens de opeenvolging van rangen
- Het woord hiërarchisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hiërarchisch" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be