Nederlands

 
heupkom
Uitspraak
Woordafbreking
  • heup·kom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord heupkom heupkommen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de heupkomv / m

  1. deel van het darmbeen met gewrichtsvlak waarin de kop van het dijbeen kan draaien
    • Raborenner Dylan van Baarle heeft bij een val in de GP Jef Scherens zijn rechter heupkom gebroken. Dat heeft onderzoek in het ziekenhuis in Leuven uitgewezen. Hij hoeft geen operatie te ondergaan, maar is wel enige tijd uit de roulatie, zo meldde zijn ploeg. [2] 
    • De prothese blijkt al snel na de eerste ingreep uit de kom geschoten te zijn en de heupkom blijkt al vanaf de eerste ontwrichting los te liggen. Er is met name voor de derde ingreep geen goede voorlichting gegeven. De verwijdering van de heup is niet volledig uitgevoerd en er is onvoldoende onderzoek gedaan naar de oorzaak van het uit de kom schieten. Het gaat, achteraf gezien, zeer waarschijnlijk om een infectie van de heup. Dit is niet onderkend en niet behandeld. [3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

87 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen