• heup·gor·del
enkelvoud meervoud
naamwoord heupgordel heupgordels
verkleinwoord

de heupgordelm [1]

  1. een veiligheidsgordel die alleen om de heupen zit
     Moderne bussen hebben bovendien een antiblokkeersysteem en een stabiliteitssysteem, net als personenauto's. En passagiers zijn sinds 1991 verplicht om in de bus een heupgordel te dragen.[2]
  2. (kleding) gordel die men om de heup draagt
     Geen seconde verliest hij met zijn linkerhand de grip op de sabel die bungelt aan zijn heupgordel. Ingeklemd tussen Hongaarse vrouwen, gestoken in maagdelijk wit, volgt Biró de show van ruim honderd ruiters die in gevechtstenue galopperen door de openluchtarena.[3]
  3. soort klimgordel
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “'De bus is vijftien keer veiliger dan de auto'” (maandag 3 juli 2017, 15:38), NOS
  3.   Weblink bron “'Nomadische' Hongaar heeft weinig met migrant: 'Hier mag je daar wél voor uitkomen'” (maandag 7 augustus 2023, 07:49), NOS