hertenbiefstuk
- her·ten·bief·stuk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hertenbiefstuk | hertenbiefstukken |
verkleinwoord | hertenbiefstukje | hertenbiefstukjes |
de hertenbiefstuk m
- (voeding) vlees afkomstig van de bovenbil van een hert
- ▸ In plaats van zwijn ligt er wel ander wild in de schappen, zoals hertenbiefstuk en hazenrugfilet. "Consumenten hoeven zich bij deze producten geen zorgen te maken over radioactiviteit, want deze dieren eten geen paddenstoelen."[1]
- ▸ Hertenbiefstuk en stoofvlees: Verreweg het populairste van het hert is het vlees. Dat komt via lokale poeliers bij ons thuis of in restaurants terecht. Het meest gewilde (en duurste) stuk is de rug. Dat is het zachtste deel van de hert en hoeft maar even aangebakken te worden. Een ander mals deel is de achterbout. Ook die kan bijna rood worden geserveerd.[2]
- Het woord hertenbiefstuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Geen wild zwijn bij AH vanwege Tsjernobyl” (woensdag 17 december 2014, 18:38), NOS
- ↑ Weblink bron Onno Beukers“Dit gebeurt er met de afgeschoten edelherten uit de Oostvaardersplassen” (maandag 10 december 2018, 18:20), NOS