• her·sen·vocht
enkelvoud meervoud
naamwoord hersenvocht hersenvochten
verkleinwoord

het hersenvochto [1]

  1. (anatomie) vocht dat in de hersenen zit
     Arie van den Ende is hoofd van het laboratorium dat de meningokokbacterie in bloed en hersenvocht van patiënten onderzoekt. Ook hij spreekt van een goede opkomst, maar wil toch dat meer pubers een vaccinatie komen halen.[2]
     4. krijgt u van die patiënten ook (medische) data aangeleverd door het Alzheimercentrum zoals uitslagen van onderzoeken en biomedische materialen zoals hersenvocht?[3]
     In het Amsterdamse ziekenhuis kunnen patiënten standaard in één dag allerlei diagnostische tests krijgen, zoals geheugentesten, een ruggenprik of een scan; de zogenoemde one-stop-shop-methode. Het ziekenhuis gebruikt de data en materialen uit de tests, zoals hersenvocht uit ruggenprikken, ook voor wetenschappelijk onderzoek.[4]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “18.000 tieners negeren oproep meningokokken-prik” (vrijdag 15 februari 2019, 05:41), NOS
  3.   Weblink bron
    Siebe Sietsma en Machteld Veen
    “Vragen, wederhoor en verantwoording in onderzoek naar de Alzheimer-industrie” (dinsdag 12 oktober 2021, 18:13), NOS
  4.   Weblink bron
    Siebe Sietsma en Machteld Veen
    “Patiënten: Amsterdam UMC vertelt niet dat ruggenprik of scan mogelijk overbodig is” (donderdag 18 november 2021, 16:32), NOS