Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·ren·volk
enkelvoud meervoud
naamwoord herrenvolk herrenvolken
herrenvolkeren
verkleinwoord herrenvolkje herrenvolkjes
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Duits

Zelfstandig naamwoord

het herrenvolko

  1. het Arische ras dat volgens de nazi's superieur zou zijn aan alle andere menselijke rassen
     Het Herrenvolk, nietwaar? Het arische ras.[1]
     Lichamen van de doden worden op wagens afgevoerd, alsof het afval is. "Zodanig dat wij het moesten aanschouwen welk een eerbied het 'Herrenvolk' voor doden had."[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium  , ISBN 9789057598500
  2.   Weblink bron “Geert Wolter Zuidhof: te veel leed geleden” (04-05-2012), NOS