Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·pakt
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van herpakken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van
herpakken

herpakt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herpakken
    • Jij herpakt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herpakken
    • Hij herpakt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van herpakken
    • Herpakt! 
vervoeging van: herpakken…
verbogen vorm: herpakte

herpakt

  1. voltooid deelwoord van herpakken