herijken
- her·ij·ken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
herijken |
herijkte |
herijkt |
zwak -t | volledig |
herijken
- overgankelijk opnieuw aan ijking onderwerpen
- Die weegschaal mog ook wel eens herijkt worden.
- overgankelijk overdrachtelijk een beleid of onderdeel daarvan opnieuw bezien
- Bleker wil EHS zonder provincies herijken.
- Het woord herijken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "herijken" herkend door:
73 % | van de Nederlanders; |
49 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be