• her·ij·ken
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
herijken
herijkte
herijkt
zwak -t volledig

herijken

  1. overgankelijk opnieuw aan ijking onderwerpen
    • Die weegschaal mog ook wel eens herijkt worden. 
  2. overgankelijk overdrachtelijk een beleid of onderdeel daarvan opnieuw bezien
    • Bleker wil EHS zonder provincies herijken. 
73 % van de Nederlanders;
49 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be