• her·haal·baar·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord herhaalbaarheid herhaalbaarheden
verkleinwoord

de herhaalbaarheidv

  1. de mate waarin men dezelfde onderzoeksresultaten behaalt als men een onderzoek herhaalt
     Omdat de voorlopige uitslagen van lopend onderzoek geen onverwacht beeld gaven, nog niet alle melkmonsters onderzocht waren en de herhaalbaarheid van de uitslagen nog onderzocht moest worden, zijn de voorlopige uitslagen niet met de minister gedeeld. We hebben de vervolgresultaten afgewacht om ons vervolgens met deskundigen te buigen over een eventuele aanpassing van de maatregelen. De tussenrapportage werd opgeleverd op 24 juni 2009, deze is vervolgens mondeling met minister Verburg gedeeld. (Voor de informatieverstrekking aan minister Klink verwijs ik u naar desbetreffend ministerie.)[1]
  2. de mate waarin men met een bepaalde bepaalde procedure onder vergelijkbare omstandigheden weer dezelfde resultaten behaalt als men dezelfde procedure weer uitvoert
  1.   Weblink bron “Vragen van Nieuwsuur aan het ministerie van Landbouw en de antwoorden (8 juni 2012)” (woensdag 13 juni 2012, 16:29), NOS