enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  herbe     l'herbe     herbes     les herbes  

herbe v

  1. gras
  2. (spreektaal) cannabis, wiet
    «Après un gros joint d’herbe j’ai besoin d’air frais.»
    Na een grote (wiet)joint heb ik behoefte aan frisse lucht. [1]