1. heng
  • heng
enkelvoud meervoud
naamwoord heng hengen
verkleinwoord - -

de hengv / m

  1. (bouwkunde) hengsel van een deur, het platte ijzer dat aan de deur zelf wordt bevestigd, met aan een kant een verticale opening voor de pin waar het scharnier om draait
    • Deze hengen die worden geleverd in de kleur zwart. Mocht je dan ook een donker hek of een donkere deur dan past deze heng daar goed bij. [3]
17 % van de Nederlanders;
17 % van de Vlamingen.[4]


  • heng

heng

  1. gebiedende wijs van henge


  • heng

heng

  1. gebiedende wijs van henga

heng

  1. gebiedende wijs van henge

heng

  1. gebiedende wijs van hengja

heng

  1. gebiedende wijs van hengje