• hek·ken
enkelvoud meervoud
naamwoord hekken hekkens
verkleinwoord hekkentje hekkentjes

het hekkeno

  1. hek

de hekkenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord hek
99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


  • hek·ken
Naar frequentie 17792

hekken

  1. nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van hekk


  • hek·ken

hekken

  1. nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van hekk