headbangen
  • head·ban·gen
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘heftig het hoofd heen en weer bewegen op harde rockmuziek’ voor het eerst aangetroffen in 1985 [1]
  • uit het Engels [2]

headbangen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
headbangen
headbangde
geheadbangd
zwak -d volledig
  1. op een heftige manier het hoofd op het ritme van de muziek bewegen
    • Tijdens het hoboconcert in F begon Stan met zijn hoofd te cirkelen. Ik schudde langzaam met mijn schouders op en neer. We slingerden over de snelweg. Haydn, yeahh, Haydn headbangen', kreunde Stan.[3] 
    • Tussen de lezingen door kun je braakballen uitpluizen of meehelpen met vogels ringen, maar ook naar muziek luisteren en bier drinken. ’s Avonds is er een dj én kun je op nachtvlinderexcursie. Na het headbangen met langharige biologen rond het kampvuur kun je de volgende dag je roes uitslapen in de naastgelegen botanische tuin.[4]  
88 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[5]