harrewarren
- Geluid: harrewarren (hulp, bestand)
- har·re·war·ren
- In de betekenis van ‘krakelen’ voor het eerst aangetroffen in 1676 [1]
- samenstelling van harre en warren [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
harrewarren |
harrewarde |
geharreward |
zwak -d | volledig |
harrewarren
- inergatief ruzie maken
- Zij mogen elkaar niet en gaan om het minste harrewarren.
- Het woord harrewarren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "harrewarren" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "harrewarren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ harrewarren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be