handbijl
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: handbijl (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhɑndbɛil / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈɦɑnt.bɛːɫ/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈɦɑnt.bɛːl/
Woordafbreking
- hand·bijl
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hand en bijl
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | handbijl | handbijlen |
verkleinwoord | handbijltje | handbijltjes |
Zelfstandig naamwoord
- een klein soort bijl
- Deze stukjes boomstam kan je makkelijk met een handbijl klieven.
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord handbijl staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.