halstertouw
- Geluid: halstertouw (hulp, bestand)
- hal·ster·touw
- samenstelling van halster zn en touw zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | halstertouw | halstertouwen |
verkleinwoord |
- (paardrijden) een touw dat men kan vastmaken aan het halster van een paard om dit paard te kunnen geleiden
- ▸ Het was een meisje met een paard aan een halstertouw.[2]
- ▸ Ze zijn de praktijken in de paardenstal zat. Constant worden de spullen van scholieren paardenhouderij Sanne Wedzinga, Vera Mensink en Manon Ziengs 'geleend'. Borstels, halsters en halstertouwen worden weggenomen en gebruikt door onbekenden die er hun paarden mee verzorgen. „Soms verdwijnen er ook dingen", zegt Vera.[3]
- Het woord halstertouw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Håkan Nesser“Herfst op Gotland” (2021), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044535624
- ↑ Weblink bron Jacobine Melis“Scholieren Almelose AOC komen met de ParDibox” (06-04-2017), Tubantia