Nederlands

 
halon
Uitspraak
Woordafbreking
  • ha·lon
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels: halogenated hydrocarbon
enkelvoud meervoud
naamwoord halon
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het halono

  1. (scheikunde) koolwaterstoffen die gehalogeneerd zijn
     De FAA vraagt fabrikanten de batterijen voortaan expliciet te melden op de vrachtbrieven en raadt maatschappijen aan de batterijen te vervoeren in ruimtes met een halon-blusinstallaties.[1]
     Brederoplein 8 in inmiddels keurig opgeknapt. Nieuwe leidingen, nieuwe stoppenkast, nieuwe rookmelders. De brandweer is tevreden. In de keuken ontdekt Konijn nog een ongerechtigheid. Een halonblusser, datum 20 augustus 1990. „Een héél oudje. Dit type is al jaren verboden. Halon is zeer milieuonvriendelijk.” Verkade reageert onmiddellijk. „Elke huisoudste krijgt er een taak bij: elk jaar de brandblusser checken.”[2]
Synoniemen
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “'Vliegramp door lithiumbatterijen'” (09-10-2010), NOS
  2.   Weblink bron
    Gerard ten Voorde
    “Brandveiligheid onder vuur” (2 mei 2008), Reformatorisch Dagblad