Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • halm
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘stengel van gewas’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1268 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord halm halmen
verkleinwoord halmpje halmpjes

Zelfstandig naamwoord

de halmm

  1. (plantkunde) gras- of graanstengel
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

87 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen


Noors

 
Menn i halmer
Mannen in stro
Uitspraak
Woordafbreking
  • halm
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoordse woord  halmr zn 
Naar frequentie 22238
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   halm     halmen     halmer     halmene  
genitief   halms     halmers     halmers     halmenes  

Zelfstandig naamwoord

halm, m

  1. (landbouw), (plantkunde) stro
  2. (landbouw) stro, haksel (als bemesting = gjødsel)
  3. (landbouw) stro (als bescherming tegen bederf bij het verbouwen van aardbeien)
  4. (veeteelt) ligstro, stro, strooisel
  5. (veeteelt) stro (ruwvoer = grovfor voor paarden)
  6. (bouwkunde) stro (als bouwmateriaal = byggematerialer, vgl. strodak = halmtak)
  7. bedstro, stro (heden ten dage gebruikt voor de productie van moderne stromatrassen, vgl. stromatras = halmmadrass)
  8. (kleding) stro (gebruikt voor de productie von een strohoed = halmhatt)
  9. (sport) stro (in de vorm van strobalen als beschermende zijberm bij een autorace)
  10. stro (gebruikt voor de productie von een stromat = halmmatte)
  11. stro (als knutselmateriaal, vgl. stroster = halmstjerne)
    «Å dekorere med halm er en flere hundre år gammel juletradisjon.»
    Het decoreren met stro is een eeuwenoude kersttraditie.
  12. (figuurlijk) strohalm gebruikt in de uitdrukkingen gripe etter et halmstrå, klamre seg til et halmstrå en klynge seg til et halmstrå
  13. (historisch) stro (gebruikt voor de productie von een stroriet = sugerør)
  14. (historisch) bedstro, stro (voormalig gebruikt als primitieve bodembedekking om erop te slapen)
  15. (historisch) in vroegere tijden het bedstro waarop een overledene tijdens het sterfbed had gelegen. Het woord "halm" kan zowel het beddengoed waarin iemand was gestorven als het stro waarop het lichaam werd gelegd, betekenen voordat het de kist binnenging.
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
  • høy og halm
hooi en stro
  • i halmen yrte det av utøy
in het stro wemelde het van ongedierte
Uitdrukkingen en gezegden
naar de laatste kans grijpen
zich aan een strohalm vastklampen
zich aan een strohalm vastklampen
  • [14]: (overført) et lite feilskjær i halmen og vips er du på foreldreplaneten
(figuurlijk) een kleine fout in het stro(leger) en je bent al op de ouderplaneet (dat wil zeggen: in de groep van de ouders)
  • [14]: (overført) komme fra dynen i halmen
    met dezelfde betekenis ook: (overført) komme fra asken til ilden
(figuurlijk) komen van een relatief goede positie (die men niet heeft gewaardeerd) naar een positie die minder goed is (letterlijk: komen van het dekbed in het stro)
  • [14]: (overført, muntlig) hoppe i halmen (med noen)
    grunnbetydning: (hoppe) i sengehalmen (med noen)
    det vil si: (ha) seksuelt samkvem (med noen)
(figuurlijk, spreektaal) (met iemand) in het stro springen
basisbetekenis: (met iemand) in het strobed springen
dat wil zeggen: met iemand geslachtsgemeenschap hebben

Verwijzingen

  1. Det Norske Akademi Ordbok (NAOB): halm (in het Noors; geraadpleegd 2020-04-10)

Meer informatie


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • halm
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoordse woord  halmr zn 
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   halm     halmen     halmar     halmane  

Zelfstandig naamwoord

halm, m

  1. (landbouw) stro
Hyponiemen