Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • haalt bo·ven
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
bovenhalen

haalt (…) boven

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bovenhalen
    • Jij haalt boven. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bovenhalen
    • Hij haalt boven. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bovenhalen
    • Haalt boven! 

Gangbaarheid