gymspullen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gymspullen (hulp, bestand)
- IPA: /ˈɣɪmspʏlə(n)/
Woordafbreking
- gym·spul·len
Woordherkomst en -opbouw
- alleen meervoud, samenstelling van gym zn en spullen zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | gymspullen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de gymspullen mv
- sportkleding, benodigdheden voor het douchen na afloop en andere zaken die scholieren voor lessen in lichamelijke opvoeding naar school meenemen
- Joris had zijn tas met gymspullen in de bus laten liggen.
Gangbaarheid
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gymspullen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be