grote bosbesuil
- (IPA in voorbereiding)
- gro·te bos·bes·uil
- verbinding van grote en bosbesuil
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grote bosbesuil | grote bosbesuilen |
verkleinwoord | groot bosbesuiltje | grote bosbesuiltjes |
de grote bosbesuil m
- (vlinders) Eurois occulta een nachtvlinder uit de familie van de uilen, de Noctuidae. Het is een vrij grote uil, met een voorvleugellengte bedraagt tussen de 24 en 27 millimeter. De soort komt verspreid over Noord- en Centraal-Europa, Noord- en Midden-Azië en het noorden van Noord-Amerika voor. Hij overwintert als rups
- Het woord 'grote bosbesuil' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.