grootogig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- groot·o·gig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | grootogig | grootogiger | grootogigst |
verbogen | grootogige | grootogigere | grootogigste |
partitief | grootogigs | grootogigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
grootogig [1]
- met grote ogen
- ▸ Met De kleine prins heeft Osborne een raamvertelling met twee gezichten gemaakt. Het computergeanimeerde heden ziet er kil, grauw en ongeïnspireerd uit, met een wereld waarin liefde en fantasie zijn verzwolgen door een prestatiemaatschappij vol hoekige en grootogige kantoorklerken.[2]
- ▸ Elke internetgebruiker is weleens gestuit op een plaatje van een grootogige kat met de tekst ‘What has been seen cannot be unseen.’[3]
Gangbaarheid
- Het woord 'grootogig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "grootogig" herkend door:
73 % | van de Nederlanders; |
69 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron ERIC LE DUC“Filmrecensie: De kleine prins” (30 jul. 2015), De Telegraaf
- ↑ Weblink bron Lisa Bouyeure“Yolanthe, Muhammad Ali en de oplossing tegen visuele afstomping” (19/10/2014), HP de Tijd
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be