Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • groeps·win·naar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord groepswinnaar groepswinnaars
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de groepswinnaarm

  1. (sport) ploeg of persoon die, binnen zijn of haar groep, de meeste wedstrijdpunten heeft gescoord in de groepsfase van een toernooi
     AZ kan zijn borst nat maken, want LASK ging ten koste van PSV als groepswinnaar door naar de laatste 32. In Eindhoven werd het 0-0 en in Oostenrijk won LASK met 4-1.[1]
     Ook in de WK-kwalificatiereeks gaat het niet voorspoedig; de VAE staat, met nog vier duels voor de boeg, vierde in een groep van vijf landen. Alleen de groepswinnaars gaan door naar de volgende groepsfase.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Ajax treft Getafe in Europa League en AZ moet tegen LASK” (16-12-2019), NOS
  2.   Weblink bron “Van Marwijk aan de kant gezet als bondscoach VAE” (04-12-2019), NOS