groenwits
Niet te verwarren met: Groenwits, groen-wits |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- groen·wits
Woordherkomst en -opbouw
Bijvoeglijk naamwoord
groenwits
- partitief van de stellende trap van groenwit
- Ze zag iets groenwits op het balkon; het bleek vogelpoep te zijn.
Gangbaarheid
- Het woord 'groenwits' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.