• groen·te·boe·ket
enkelvoud meervoud
naamwoord groenteboeket groenteboeketten
verkleinwoord

groenteboeket m/o

  1. een bos groentes die men sierlijk heeft gerangschikt
     Op bezoek? Verras de gastvrouw of -heer dan eens met dit zelfgeschikt groenteboeketje.[1]
  1.   Weblink bron
    LYNN VAN DEN BERGH
    “Creatief met groenten: maak je eigen groenteboeket” (28 OKT2019), Libelle