Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • groei·cij·fer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord groeicijfer groeicijfers
verkleinwoord groeicijfertje groeicijfertjes

Zelfstandig naamwoord

het groeicijfero

  1. een getal dat aangeeft hoeveel iets per tijdseenheid groter wordt, meestal gaat het om de groei in procenten per jaar
    • De risico's en onzekerheden voor onze open en internationaal georiënteerde economie komen vooral uit het buitenland. Lagere groeicijfers in grote opkomende markten als China en Brazilië hebben hun weerslag op ons. [1] 

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Troonrede 2016