vervoeging van
grimper

grimpe

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van grimper
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van grimper
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van grimper