vervoeging van
gozar

gozara

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van gozar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van gozar
vervoeging van
gozarse

gozara

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van gozarse
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van gozarse