gooier
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- gooi·er
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van gooien met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gooier | gooiers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- iemand die gooit
Verwante begrippen
Hyponiemen
Verwante begrippen
- mannelijke vorm van gooister
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord gooier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.