Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gooi·de stuk
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
stukgooien

gooide stuk

  1. enkelvoud verleden tijd van stukgooien
    • Ik gooide stuk. 
    • Jij gooide stuk. 
    • Hij, zij, het gooide stuk. 


Gangbaarheid