• gle·der
Naar frequentie 1290

gleder

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van glede
  • Jeg gleder meg til ...
Ik verheug me op ...

gleder

  1. nominatief onbepaald mannelijk en vrouwelijk meervoud van glede


  • gle·der

gleder

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van gleda

gleder

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van glede
  • gleder seg

gleder

  1. nominatief onbepaald vrouwelijk meervoud van glede